Plant Watering Alarm Sensor with battery

Deze vochtsensor is een “watergeefalarm” voor planten. Je plaatst de sensor in de grond bij een plant en die geeft een tsjirpgeluid (het geluid van een krekel) als de grond droog is, en herinnert je eraan de plant water te geven. De sensor maakt gebruik van capacitieve vochtigheidsdetectie. Deze technologie resulteert in een hoge nauwkeurigheid en een lange levensduur van de batterij. De sensor maakt geen geluid als het donker is om irritatie in de nacht te voorkomen.

1. Voordat u de sensor gaat gebruiken: wacht tot uw plant water nodig heeft, zodat u de sensor het vochtgehalte van de grond kunt aangeven waarbij er moet worden gewaarschuwd.

2. Installeer de batterij, let op de polariteit (plaats het “+ teken” op de batterij aan de voorkant).

3.Wanneer u de batterij plaatst, laat de sensor een korte piep horen, knippert de LED kort en volgt er nog een andere korte piep nadat de meting is voltooid. Dit betekent dat het apparaat naar behoren werkt.

4. Steek de sensor voorzichtig in de grond tot aan de horizontale lijn op de sonde. Duw de grond stevig tegen de sensor met uw vingers, zodat er geen ruimte is tussen de sensor en de grond. De sensor meet nu direct het vochtniveau op en slaat dat niveau op als het “droogtepunt” (= het vochtgehalte om te waarschuwen dat de grond te droog is).

5. Druk op de knop aan de bovenzijde van het apparaat. Probeer daarbij de sensor niet te bewegen. Raak het apparaat, de plant of de pot niet aan gedurende 5 seconden nadat u op de knop hebt gedrukt, omdat de sensor enige tijd nodig heeft om het vochtniveau ongestoord te meten. Met de knop aan de bovenzijde van het apparaat wordt het “droogtepunt” gereset. Nadat u erop hebt gedrukt laat het apparaat een korte piep horen en knippert de LED. U kunt een testje uitvoeren door de meetsonde onder de horizontale lijn met een natte vinger te bedekken, op de knop te drukken en de vinger te verwijderen nadat u het tweede geluidje heeft gehoord. De sensor “denkt” dat hij in te droge grond wordt gestoken en zal een alarm geven. Dit is ook een betrouwbare test om te zien of het apparaat goed werkt.

6.Geef de plant nu water. Probeer geen water op de sensor te gieten.

Het alarmniveau kan voor elke plant afzonderlijk worden ingesteld. Aangezien de plant water opneemt, zal de sensor het lage vochtgehalte detecteren en korte piepjes gaan uitzenden. Naarmate er meer water verdampt, verhoogt de sensor de alarmfrequentie. Het apparaat kan detecteren of het dag of nacht is door de hoeveelheid omgevingslicht te meten en maakt geen geluid als het donker is om irritatie in de nacht te voorkomen. Als een plant al te droog is en de sensor nog steeds geen geluid geeft, druk dan voorzichtig op de knop zonder de sensor te bewegen, wacht 5 sec. en geef de plant water. Op deze manier wordt de sensor gereset naar een nieuw “droogtepunt”. Uw tweede optie is om de sensor eruit te halen, de plant water te geven (niet te veel) en te wachten tot de plant water nodig heeft. Installeer de sensor nu opnieuw (volg stap 4, 5 en 6 hierboven).

Als de sensor al geluid begint te maken op het moment dat de grond nog te nat is, trekt u het apparaat een beetje uit de grond (ongeveer 1-2 cm), drukt u op de knop en duwt u de sensor terug. Verdicht de grond rond de sensor opnieuw met uw vingers. Uw tweede optie is om de sensor eruit te halen en te wachten tot de plant water nodig heeft. Installeer de sensor opnieuw (volg stap 4, 5 en 6 hierboven). De sensor is nu gereset naar een nieuw “droogtepunt”.